Theorie

Wanneer je op praktijkexamen voor de personenauto (B rijbewijs) wil, moet je eerst je theorie examen halen.
De theorieregels zijn als het ware de spelregels van het verkeer. Wanneer je de spelregels niet kent kun je het spelletje niet goed spelen.

Een theorie examen bestaat uit 65 vragen onderverdeeld in 3 onderdelen:

Gevaarherkenning: De eerste 25 vragen zijn gevaarherkenningsvragen. Van de 25 gevaarherkenningsvragen moet je er minimaal 13 goed beantwoorden (je mag dus 12 verkeerde antwoorden geven). Dit zijn ABC vragen. De vraag is altijd hetzelfde: Wat gaat u doen?  A = Remmen, B = Gas loslaten en C = Niets.

Kennisvragen over de verkeersregels: Dit zijn 12 vragen over (jawel) de verkeersregels. Dit zijn Ja/Nee vragen, ABC vragen en open vragen. Van de 12 vragen moet je er minimaal 10 goed beantwoorden.

Vragen over verkeersinzicht: als laatste krijg je 28 inzichtsvragen. Hierbij moet je niet altijd kijken naar wat de “regels” zijn maar wat er in die situatie verstandig is. Van de 28 inzichtsvragen moet je er minimaal 25 goed beantwoorden. 

Om te slagen moet je dus 13 gevaarherkenningsvragen en 10 kennisvragen en 25 inzichtsvragen goed hebben beantwoord.

Zo gaat het bij het theorie-examen van het CBR